Taalfouten die bijna iedereen maakt (deel 5)

JudithvanTartwijkFotografie � Annemarie Kap � personal branding shoot � beeldbank-01706

In deze vijfde blog over de Nederlandse taal wil ik het hebben over samenstellingen. Wanneer schrijf je een woord nu los of aaneen?

In de Nederlandse taal schrijf je woorden aan elkaar in principe. Je kunt woorden zelfs eindeloos combineren (kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamheden). Dat geldt ook voor buitenlandse woorden die we in het Nederlands gebruiken (accountmanager). Alleen tússen woorden komen spaties. Elk woord heeft één hoofdklemtoon: áfwas, óúdelui. Als er twee hoofdklemtonen zijn, komt er een spatie. Dus Zei je dat de afwas af was? En: Mijn oudelui zijn nog geen oude lui. Het is ínformatie, distribútie en systéém, maar samen kunnen deze woorden één woord vormen: informatiedistributiesysteem.

Toch zie ik dat deze woorden vaak geschreven worden met een onjuiste spatie. Soms zorgt zo’n spatie voor hilarische situaties. Bekijk mijn video waarin ik een voorbeeld geef.

Het platform ‘Signalering Onjuist Spatiegebruik’ (SOS) strijdt al jarenlang tegen onnodige spaties. Op www.spatiegebruik.nl beheert SOS een meldpunt van foute spaties en jaarlijks schrijft het platform een verkiezing uit voor de ‘onjuiste spatie’. Een hilarisch voorbeeld is de winnende spatie van 2019: de tekst op de verpakking met ‘Stinkende wasmachine reiniger’ HG. Wie wil er nu een wasmachinereiniger die stinkt? Overigens vertonen andere producten van HG ook onjuiste spaties, zoals ‘groene aanslagreiniger’ (de vloeistof die in deze fles zit is toch echt niet groen van kleur) of ‘vuile handenreiniger’.

Voor oplettende taalliefhebbers is al het spatiegeweld buitengewoon vermakelijk. Het wemelt van de vrolijke spaties. In winkels (‘boeren met worst’), op borden (‘invalide toilet) en in personeelsadvertenties (‘Verkoop medewerker binnendienst’). En ook mediaprofessionals drukken regelmatig te enthousiast de spatiebalk in, blijkt uit alle lijstjes. Zo was het Jeugdjournaal met de kop ‘Scheidsrechters te kort’ ook een keer de winnaar.

De grote vraag blijft: waarom kunnen we de verleiding van de spatiebalk massaal niet weerstaan? Sommige kenners denken dat het onder invloed van het Engels gebeurt, waarin het heel gewoon is woorden los van elkaar te schrijven. Ze noemen ons overdadige spatiegebruik dan ook de ‘Engelse ziekte’. Deze diagnose is interessant, maar beperkt. Zelf denk ik dat het ook aan te wijten is aan de achteruitgang van het taalonderwijs op scholen. En dan heb je ook nog te maken met de spellingscontrole van Word. Zo keurt deze spellingcontrole veel lange woorden ten onrechte af.

Wil je testen of je een spatiesukkel of een spatiemeester bent? Dan kun je een kleine online test maken via https://www.spatiegebruik.nl/spatietoets/.

1 reactie

  1. […] Hier is namelijk geen sprake van een klinkerbotsing. Gebruik ook geen spatie (zie mijn vorige blog (https://ankataalacademie.nl/2020/07/16/taalfouten-die-bijna-iedereen-maakt-deel-5/) […]

Laat een reactie achter